Ruhrgebied

Dat we het Duitse Ruhrgebied, ooit een van Europa’s grootste industriegebieden, niet echt associëren met toerisme, terrasjes en taartjes is het eufemisme van het jaar. Maar wie zijn vooroordelen opzijzet, ontdekt een regio die trakteert op uitersten. Zwemmen tussen industrieel erfgoed, slenteren doorheen tuinwijken en peperkoekendorpjes of chillen in de biergarten: Duitsland zoals je het nog niet eerder zag. Deze 9 highlights wil je écht niet missen!

1. Goedkoop logeren in Essen

Essen is een beursstad, en dat heeft zo z’n gevolgen. ’s Ochtends tref je zakenlui – netjes in pak – bij het ontbijt, ’s weekends betaal je hier minder voor je hotelovernachting dan op weekdagen. Handig meegenomen! Wij logeerden in het Motel One, een voormalig kantoorgebouw dat uitpakt met een mooie, modernistische lobby en bar. Zo’n plek waar je in stijl blijft hangen. De kamers op het zevende beschikken over een lang terras dat je een sfeervol panorama op de stad serveert. Van hieruit slenter je moeiteloos naar de Dom die omringd wordt door giga platanen, waardoor je op een zonnige dag het gevoel hebt dat je in Zuid-Frankrijk beland bent. Ga binnen en bewonder de Gouden Madonna die meer dan duizend jaar oud is.

2. Goed eten in Essen

Half Essen verzamelt in Rosemarie Gartenbar, want hier krijg je naast een uitzicht op de va-et-vient ook ontbijt, brunch, lunch, diner en alles daartussenin voorgeschoteld. Van mango-schoko oats over arancini’s en falafel bowls tot New York cheesecakes en bourbon sours. Overgoten met een wereldstadsfeertje. In Hans im Glück, een kleine Duitse keten, serveert de multiculturele en breed lachende equipe dan weer burgers bij de vleet. Ook in veggie of vegan variant. En dat op de Kennedyplatz, pal tegenover het One Motel en in het hart van de stad. Mag het allemaal iets chaotischer en wat wilder? Dan is Unperfekthaus je ding. Deze vrijstaat bevindt zich in de shoppingstraat en is goed voor 4.000m², 7 etages, 2 dakterrassen, een coworking spot, een galerij, café en restaurant. Ietwat anarchistisch en een tikkeltje rommelig maar zeer sympathiek. En de gevel is een installatie op zich.

3. Industriële flashback in Zollverein

Metaal, staal en steenkool. Wie wil proeven van de industriële revolutie, komt in Zollverein uitgebreid aan zijn trekken. Ooit was dit de grootste steenkoolmijn ter wereld en de cokesfabriek was uniek in Europa. In 1986 heeft de laatste ploeg het werk neergelegd, in 2001 werd de gigantische site uitgeroepen tot Unesco-werelderfgoed en ondertussen komen zo’n 2 miljoen bezoekers zich hier elk jaar vergapen aan dat metalen labyrint. En toch is het hier nooit over de koppen lopen. Dit is immers een van ’s werelds meest indrukwekkende monumenten, dus is er ruimte zat. Je kunt in je eentje ronddolen, het bijhorende museum bezoeken en lanterfanten bij het zwembad of met een gids op pad om de geschiedenis in te duiken. Een imponerende plek, waar het lijkt alsof de machines elk moment met een brul opnieuw kunnen opstarten.

4. Meest bijzondere terrasje in het Ruhrgebied

Her en der duiken er terrasjes op in Zollverein, maar dé leukste plek is ongetwijfeld Die Kokerei. ’s Zomers wacht het kleine zwembad om de hoek, ’s winters kijk je uit over de ijspiste. Sowieso moet je je hoofd in je nek leggen want dit terras wordt omringd door metershoge stalen constructies, bakstenen schouwen en grijze gebouwen. Alsof je op een filmset zit dus. Wie zijn ogen dichtknijpt, belandt moeiteloos in andere, veel hardere tijden.

5. Prijswinnaars in het Red Dot Design Museum

Midden in dat industriële geweld duikt het Red Dot Design Museum op – bekend van zijn Red Dot Design Award die elk jaar uitgereikt wordt om doordacht design te belonen en promoten. Het gebouw werd opgetrokken tussen 1928 en 1929 en de befaamde Britse architect Norman Foster gaf er halverwege de jaren negentig zijn iconische draai aan. Dus zie je vandaag een aluminium Audi bengelen tussen stalen ornamenten en kijk je je ogen uit op die vijf etages. Want verspreid over 4000 m² tref je alleen maar designtoppers. Van een Stromer speedpedelec over een waterkoker van Bugatti tot een knalrode Fiat Cinquecento.

6. Flaneren in Villa Hügel

Het was niet allemaal hard labeur in de industrialisatie-era. De haute bourgeoisie beleefde gouden tijden en Villa Hügel toont je hoe al die weelde aanvoelde. De familie Krupp liet dit domein optrekken en resideerde er van 1873 tot 1945. En hoewel het oorspronkelijke gezin slechts één kind rijk was, telde de villa maar liefst 269 kamers. Het salon alleen mat 400 m². Dat alles omringd door een tuin van 28 hectare met uitzicht op het Baldeney-meer. Een huis dat imponeerde. Kwestie van het zakendoen te vergemakkelijken en politici, koningen en keizers in stijl te ontvangen. Toen Friedrich Albert en zijn vrouw Margarethe het optrekje erfden, legden ze een kunstcollectie aan met Vlaamse wandtapijten, installeerden ze een bibliotheek met meer dan 30.000 boeken en werd de tuin nog fabuleuzer. Meer dan 500 bedienden en arbeiders waren dagelijks aan de slag om het domein te onderhouden. Vandaag is Villa Hügel nog niets van zijn luister kwijt. Er worden geregeld expo’s georganiseerd, maar geloof ons, je hebt geen excuus nodig om hier even binnen te piepen.

7. Biergarten ‘with a view’

Ben je wel in Duitsland geweest als je geen biergarten bezocht? We dachten het niet. Jagdhaus Schellenberg pakt bovendien uit met vergezichten over het meer van Baldeney en is zowat erfgoed. De roots van het aanpalende jachthuis, een schattig vakwerkpand, gaan immers terug tot 1836 en toen al werd deze plek geroemd voor zijn bevoorrechte ligging. Vandaag gaat die stelling nog steeds op. De niveauterrassen laten je uitkijken over het meer en de omliggende akkers en dankzij schapenvelletjes en kussens je hier úren surplacen. Wie liever eerst de benen strekt, opteert voor de BaldeneySteig, een wandelommetje van zo’n 27 km dat je zowel op nijdige klimmetjes als relaxte strandpassages trakteert. Vertrekken kan vanuit het Jagdhaus.

8. Kuieren door de Margarethenhöhe

Toen Bertha, de dochter van Friedrich Albert en Margarethe Krupp (remember Villa Hügel?), trouwde, wou de geprivilegieerde Margarethe iets terugdoen. In 1909 startte ze daarom met de bouw van een tuinwijk, een van Europa’s eerste exemplaren, om de Krupp-arbeiders comfortabel te huisvesten. Mooie, gerieflijke huisjes in het groen, elk met eigen tuin. Dat was het doel. In de wijk doken ook her en der parken op, groene longen als het ware. De tuinwijken werd het nieuwe, gezonde ideaal en Margarethe was een van de eerste aanhangers. De woonwijk telde uiteindelijk meer dan 3.000 wooneenheden en werd vernoemd naar haar weldoenster. Vandaag heeft de plek nog niets aan charme ingeboet. Wel integendeel. Dit lijkt het beste van Engeland, Duitsland en Frankrijk, vrolijk gemixt. Of een gezellig dorpsplein met kasseien, verborgen doorsteekjes afgezoomd met reukerwten, puntgevels begroeid met klimop, kleurrijke pergola’s, charmante erkertjes en geraniums voor de luiken. Een droomdorp.

9. Dorpsgeluk in Kettwig

Wie terugkeert naar België, kan nog even halthouden in Kettwig, ongetwijfeld de meest pittoreske deelgemeente van Essen. Een peperkoekenhuisjesdorp opgetrokken uit vakwerkhuizen die tegen elkaar leunen, afgewerkt met leien daken en bankjes voor de deur. Mochten Hansje en Grietje echt bestaan, je zou ze hier spotten. Oldschool Duitse charme dus. Als tegengewicht voor al dat staal in het Ruhrgebied.

Meer toeristische info vind je op de website van het Ruhrgebied.

TIP  Voor je voertuig kan je aan je reisverzekering de optie ‘Pechverhelping Frankrijk/Duitsland of Europa‘ toevoegen, zodat je op de heen- en terugrit op pechverhelping kunt rekenen.

Lees ook

De ideale bestemming voor een roadtrip met een elektrische auto
De hotspots van Düsseldorf
7 ultieme Moezel tips
Roadtrip langs Duitse sprookjes
Ken jij de verkeersregels in Duitsland?

Vorig artikelDe ideale bestemming voor een roadtrip met een elektrische auto
Volgend artikelAlles wat je moet weten over het vormingsmoment