fiets mobiliteitsraadFoto's: Wim Kempenaers

De Mobiliteitsraad van Vlaanderen vraagt dat de overheid op cruciale domeinen heldere keuzes durft te maken. Dat niet doen legt een hypotheek op onze mobiliteit.

De Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) heeft onlangs zijn ‘Memorandum Vlaams Mobiliteitsbeleid 2024 – 2029’ voorgesteld. Het is een lijvig dossier geworden van 71 pagina’s waarin de raad als adviesorgaan zijn prioriteiten meegeeft voor het mobiliteitsbeleid in de komende jaren en aanbevelingen doet aan de volgende Vlaamse regering. Dat deed ze niet enkel voor het personenvervoer maar ook goederenvervoer. In het memorandum pleit MORA voor een nieuw soort aanpak waarbij oude oplossingen vaak op de schop moeten. Het mobiliteitsbeleid maakt al jarenlang gebruik van dezelfde recepten en botst duidelijk tegen zijn grenzen aan. Zonder nieuwe ideeën, weloverwogen maatregelen en gerichte acties zullen op heel wat locaties grote problemen ontstaan in de bereikbaarheid en de doorstroming. Sommige zaken zullen een ingrijpende aanpak vereisen die over de lange termijn worden aangehouden. Zo is een gewijzigde ruimtelijke ordening in ons versnipperde land een voorwaarde om tot een betere mobiliteitssituatie te komen.

Kosten doorrekenen

Het gaat bij het nemen van beslissingen ook niet meer om de keuze tussen auto, openbaar vervoer of fiets maar wel om waar en wanneer welke vervoerswijze het beste past. Het memorandum is dan ook niet pro of contra een bepaalde manier van verplaatsen, maar streeft vooral naar multimodaliteit. Het juiste vervoersmiddel op het juiste moment op de juiste plaats. Daarbij moeten misschien wel een paar heilige huisjes sneuvelen. Zo vraagt MORA al jaren dat de Vlaamse regering werk maakt van een eerlijke doorrekening van de werkelijke gebruikskost van alle vervoersmodi, dus ook voor de wagen. De Vlaamse verkeersfiscaliteit moet daarom herdacht worden richting meer belasten van gebruik. Daarbij moet er wel differentiatie zijn van het prijsbeleid naar tijd, plaats en modus. Dat kan de druk op de infrastructuurcapaciteit verlagen of beter spreiden naar andere modi die op dat moment kostenefficiënter zijn. Sociale correcties moeten ook mogelijk zijn voor de gebruikers van het prijssysteem.

Het memorandum is niet pro of contra een bepaalde manier van verplaatsen, maar streeft vooral naar multimodaliteit.

Voorspelbare visies

Al te vaak werden in het verleden door de verschillende overheden beslissingen genomen die een aantal jaar later radicaal werden omgekeerd. De burger als consument voelde zich daardoor vaak in z’n hemd gezet. Eerst werd hij geduwd in de richting van een dieselwagen en eens hij er een paar jaar mee had gereden werd hij plots zwaarder belast en mocht hij sommige stadskernen niet meer in. Dat soort flipflopbeleid moet weg. Voorspelbaarheid voor de gebruikers is belangrijk voor het draagvlak. Dit vraagt een langetermijnplanning. Zowel burgers als (transport)ondernemers willen investeringszekerheid voor de voertuigen die ze aankopen.

Kwaliteit infrastructuur

MORA meent dat de volgende Vlaamse regering werk moet maken van een onderbouwde en geïntegreerde aanpak van infrastructuurinvesteringen, de missing links in de infrastructuurnetwerken moet wegwerken, moet investeren in het onderhoud van bestaande infrastructuur en gevaarlijke punten snel en oordeelkundig weg moet werken. De beschikbare ruimte in Vlaanderen laat een ondoordachte uitbreiding van mobiliteitsinfrastructuur niet toe. Er moet dus een maximale verknoping zijn waarbij verschillende modi optimaal op mekaar afgestemd zijn. Er moet daarbij ook ruimte voorzien worden voor een goede doorstroming van het openbaar vervoer. De kwaliteit van de infrastructuur moet ook beter gemonitord worden en dus is er ook voldoende onderhoud nodig. Niet alleen op het autosnelwegennet maar ook op het gewestwegennet en bij fietsvoorzieningen.

Gevaarlijke punten wegwerken

De fiets is en blijft een centrale schakel in de realisatie van een duurzaam mobiliteitsbeleid. De middelen voor fietsinfrastructuur moeten dan ook minstens behouden worden, maar met meer oog voor verkeersveiligheid. Bij de herverdeling van bestaande ruimte moet die ten voordele zijn van de voetgangers en fietsers. Zone 30 in kerngebieden waar geen gescheiden of minimaal verhoogde aanliggende fietsinfrastructuur is moet daarbij de norm zijn. De prioriteiten voor fietsinfrastructuur moeten ook bepaald worden op basis van volledige routes of ketens en dit over vervoerregio-, provincie-, gemeente- en zelfs gewestgrenzen heen. Geen fietspaden meer die plots stoppen aan één of andere grens omdat over de lijn een andere overheid verantwoordelijk is.

De fiets is en blijft een centrale schakel in de realisatie van een duurzaam mobiliteitsbeleid. De middelen voor fietsinfrastructuur moeten dan ook minstens behouden worden.

Openbaar vervoer herwaarderen

MORA zet een paar kritische noten bij de onderinvestering van het openbaar vervoer. De raad vraagt aan de volgende regering om het openbaar vervoer te herwaarderen. Belangrijk daarbij is dat een halte vlak bij de deur minder essentieel is dan een voldoende hoge frequentie. In een systeem met hoge vervoersfrequentie zijn reizigers bereid om langere trajecten af te leggen naar haltes. Wanneer een reiziger na een lang voortraject zijn aansluiting met een laagfrequente vervoerslijn mist, creëert dit ontevredenheid. Er moeten ook genoeg knooppunten uitgewerkt worden op logische locaties waar overstappen van het ene transportmiddel naar het andere veel handiger is.

Elektrische toekomst

De ambitie voor zero-emissie personenwagens vraagt dringend om een beleidskader met duidelijke maatregelen om de uitrol van de elektrificatie op de private markt en laadinfrastructuur te versnellen. De MORA vraagt aan de volgende Vlaamse regering om de versnelde elektrificatie van het wagenpark in te voeren op een sociaal wenselijke manier, met extra aandacht voor kwetsbare groepen. Bij de inplanting van laadinfrastructuur moet ook rekening worden gehouen met de beperkte beschikbare ruimte. De uitrol op het openbaar domein mag geen hinder opleveren voor actieve weggebruikers, noch bij de plaatsing, noch bij het gebruik ervan. Laadpalen die plaats wegnemen van het voet- of fietspad kan dus geen oplossing zijn.

 

Lees ook

De Waterbus: zwaai files rond Antwerpen vaarwel

Hoe Groningen pioniert in stadsverkeer

Gemengd verkeer: is chaos soms veiliger?

Veilige fietsenstalling? Zo doen ze het in Den Haag!

Vorig artikelReisdrang blijft groot: veel reizigers gaan zelfs meerdere keren op vakantie
Volgend artikelSlow travel bij Nutchel, nu ook in de Elzas