Foto's: Wim KempenaersAutoconstructeurs zijn bij wet verplicht om hun verbrandingsmotoren almaar zuiniger te maken. Maar hoe zit het met de bestuurders: rijden die ook zo zuinig mogelijk? Met deze 10 tips word jij een krak in ecorijden!
1. Instappen en wegwezen
Laat je motor nooit stationair warmdraaien. Op de openbare weg is dat in principe zelfs verboden, tenzij bij noodzaak, en die uitzondering is natuurlijk voor discussie vatbaar. Bij ecorijden vertrek je meteen, zonder extra gas te geven bij het starten.
2. Zo snel mogelijk de gewenste snelheid bereiken
Dat doe je niet door meteen volgas te geven, maar wel doortastend genoeg om vlot door de versnellingen te gaan. Heb je de gewenste snelheid bereikt, dan rij je in de hoogst mogelijke versnelling om brandstof te besparen.
3. Vooruitkijken en anticiperen
Eenmaal op snelheid is het zaak om die aan te houden. Of tenminste: zo min mogelijk te remmen of te accelereren. Dat kan alleen als je vooruitkijkt en anticipeert, gebruik makend van alle indicaties die op de weg voorhanden zijn. Scan de omgeving daarom constant op verkeerlichten en -borden, maar ook op richtingsaanwijzers en remlichten van andere auto’s die aangeven dat de verkeersstroom gaat stokken. Door goed vooruit te kijken en voldoende afstand te bewaren, rij je bovendien een stuk veiliger. Je hebt immers altijd genoeg tijd en marge om je snelheid rustig aan te passen.
4. Met ingeschakelde versnelling uitbollen
Heb je een handgeschakelde wagen en moet er vertraagd worden, bijvoorbeeld aan kruispunten en rotondes of om in en uit te voegen, durf het gaspedaal dan tijdig los te laten. Uitrollen met ingeschakelde versnelling verbruikt helemaal niets, terwijl het verbazingwekkend is hoe ver een auto van dik duizend kilo op zichzelf blijft bollen. Alleen zien dat je het achteropkomend verkeer niet te veel hindert.
5. Zeker niet sneller dan toegelaten rijden
Je zult zien dat je verbruik serieus daalt wanneer je op de snelweg pakweg 110 km/u rijdt in plaats van 120 km/u. Veel tijd zul je niet besparen door sneller te rijden, brandstof daarentegen wel als je het gas een beetje lost.
6. Start-stop gebruiken of de motor handmatig stilleggen
Wist je dat de meeste verkeerslichten ongeveer 45 seconden rood blijven? Voldoende om het start-stopsysteem in werking te doen treden en de motor stil te leggen. Maar wat als je wagen niet met zo’n systeem uitgerust is? Loont het dan om hem manueel uit te zetten en weer aan? Vanaf 30 seconden is het vanuit verbruikstechnisch standpunt zeker interessant om de motor af te leggen. Maar weet wel dat de startmotor, de alternator en de batterij van auto’s zonder start-stopsysteem niet altijd voorzien zijn op zoveel sleutelgedraai. Kortom: is je wagen van het oudere type, leg de motor dan alleen stil als je in een vakantiefile belandt of voor een ophaalbrug staat. Doe het ook alleen als je motor warm is, want anders verbruik je veel te veel batterijkracht bij een herstart.
7. Bandenspanning op peil houden
Rij je met te weinig lucht in je tubes, dan ontstaat er meer frictie tussen de band en het wegdek, waardoor de motor feller moet draaien. Zorg daarom altijd dat je met de voorgeschreven bandenspanning onderweg bent, wat natuurlijk alleen kan als je de bandendruk maandelijks checkt en indien nodig aanpast. Een kwart druk te weinig zorgt voor tien procent meer rolweerstand, terwijl het de levensduur van je banden met meer dan een vierde verkort.
8. Je auto niet onnodig verzwaren
Hetzelfde verhaal voor onnodig gewicht in en aan je auto: verwijder alle ballast die je niet dagelijks gebruikt. Zo zorgt een fietsenrek op het dak voor 20 tot 30% meer verbruik, zeker als er fietsen op staan. Idem dito voor een skibox en eigenlijk alles wat de stroomlijn van je wagen verstoort. Open ramen? Tot wel 5% meer verbruik.
9. Het stroomverbruik beperken
En nu we toch aan het beknibbelen zijn: ook de stroomverbruikers van je wagen lusten indirect brandstof. De alternator, zeg maar de dynamo die al rijdend stroom genereert, draait immers mee met de motor die op zijn beurt brandstof verbruikt. Zet je de achterruitverwarming, de airconditioning en de mistlichten gelijktijdig aan, dan gaat het gemiddelde omhoog.
10. De ecohulpjes van je auto gebruiken
Wil je echt ecorijden, gebruik dan op vlakke stukken de cruise control. Die houdt de snelheid en bijgevolg het verbruik constanter dan je met je rechtervoet kunt bewerkstelligen. Heeft je wagen een ecofunctie? Gebruik die dan!
