fietsregelsFoto: Wim Kempenaers

Het is niet goed gesteld met onze kennis van de fietsregels. Tegen welke regels zondigen fietsers en autobestuurders het meest?

Afgelopen zomer voerde VAB een online fietstest uit waar meer dan 6000 Vlamingen aan deelnamen. Uit de resultaten bleek dat er heel wat schort aan onze verkeerskennis. VAB-Rijschool pleit daarom voor het beter instuderen van de verkeersregels. Dit zijn de situaties waar de meeste deelnemers aan de test de mist ingingen.

 

Anderhalve meter afstand buiten bebouwde kom

Sommige fietsregels werden onlangs gewijzigd. De vraag waar de meeste fouten tegen gemaakt werden is dan ook zo’n verkeersregel die recent werd aangepast. Sinds 31 mei 2019 moeten autobestuurders buiten de bebouwde kom anderhalve meter afstand houden tot fietsers en voetgangers die ze passeren. Vroeger was dat één meter. Slechts 1 op de 3 deelnemers aan de enquête is op de hoogte van deze aanpassing. Op deze vraag scoren jongeren wel goed. Een verklaring is dat het een recente aanpassing is, waardoor vooral jongeren onder de 18 jaar op de hoogte zijn. Zij studeerden dan ook nog recent voor het theorie-examen. Jammer genoeg is het vooral de actieve beroepsbevolking, die ook het vaakst met de wagen rijdt, die het slechtst scoort.

Plaats op de weg van de speedpedelec

Op wegen met een maximale toegelaten snelheid van 50 km/u mogen bestuurders van een speedpedelec kiezen of ze de rijbaan of het fietspad gebruiken, tenzij een onderbord hen dat expliciet verbiedt of verplicht. Slechts 32% van de deelnemers aan de fietstest is hiervan op de hoogte en daarmee is het één van de minste gekende fietsregels.

Kinderen op het voetpad

Sinds 31 mei 2019 mogen kinderen tot 10 jaar fietsen op trottoirs en verhoogde bermen. Tot dan was dat alleen toegelaten voor kinderen van maximaal 9 jaar oud, en met een fiets met wielen met een diameter van maximaal 50 centimeter. Maar door de gevaarlijke verkeersomstandigheden heeft de wetgever beslist die leeftijd op te trekken. De beperking met betrekking tot de grootte van de wielen werd geschrapt.

Fietszones

Hoewel 94% van de deelnemers van de fietstest op de hoogte is van het feit dat je in een fietsstraat als automobilist geen fietsers mag inhalen, is het concept van de “fietszone” slechts door 1 op de 2 gekend. Een fietszone is een fietsvriendelijk gebied dat bestaat uit een netwerk van aaneengesloten fietsstraten. Sinds 1 juli 2019 zijn fietszones toegelaten volgens onze wegcode. Het grootste deel dacht dat je enkel niet mag inhalen als het wegdek roodgekleurd is, een veel voorkomend gebruik bij fietsstraten, maar niet verplicht.

Rechtsaf door rood

Het verkeersbord B22 (rechts afslaan toegelaten), komt enkel voor in combinatie met driekleurige verkeerslichten. Het wordt geplaatst op kruispunten waar de plaatselijke omstandigheden dusdanig zijn dat de door dit bord toegelaten rijrichting weinig gevaar oplevert voor de fietser. Toch moeten ze dit voorzichtig doen en blijft hoe dan ook de verplichting om voorrang te geven aan het verkeer dat groen heeft. 76% van de respondenten heeft deze vraag correct beantwoord, maar diegenen die ze niet correct beantwoorden, denken dat ze ook rechtdoor mogen rijden door het rood licht bij dit verkeersbord. Dat mag echter enkel bij verkeersbord B23 (rechtdoor toegelaten).

Op een doorlopend fietspad hebben fietsers voorrang

Op een doorlopend fietspad (te herkennen aan de twee parallelle onderbroken witte strepen), hebben fietsers altijd voorrang, zelfs als ze niet van rechts komen, tenzij een verkeersbord de voorrang aan rechts aangeeft (bord B17) of er een omgekeerde driehoek of stopbord staat. Bestuurders die een fietspad dwarsen, moeten voorrang geven aan de fietsers die het fietspad volgen. De automobilist die van rechts komt, moet de fietser dus voorlaten, tenzij er een verkeersbord staat. Dit is slechts gekend door 34% van de respondenten. Vooral jongeren, die net gestudeerd hebben voor het theorie-examen, zijn op de hoogte van deze regel. De groep die het vaakst fouten maakt tegen deze regel zijn de 56-65-jarigen. Dit kan leiden tot zeer gevaarlijke situaties: jongeren die hun voorrang nemen op fietspaden en automobilisten die niet weten dat zij voorrang moeten geven. De juiste kennis van de fietsregels door zowel fietsers als autobestuurders is dus essentieel.

Aan een fietsoversteekplaats hebben fietsers geen voorrang

Autobestuurders moeten een oversteekplaats voor fietsers altijd met de nodige voorzichtigheid naderen, maar een fietser heeft er geen voorrang, ook niet als hij aanstalten maakt om over te steken. Dat is dus anders als bij een oversteekplaats voor voetgangers waarbij een voetganger wel voorrang heeft als hij aanstalten maakt om over te steken. Als een fietser zich echter al op de oversteekplaats voor fietsers bevindt moet een autobestuurder wel zo nodig stoppen om de fietser te laten doorrijden.

Naast elkaar fietsen

Binnen de bebouwde kom mogen fietsers op de rijbaan naast elkaar rijden, behalve wanneer het kruisen met tegenliggers hierdoor onmogelijk wordt. Ze mogen nooit met meer dan twee naast elkaar rijden. Die fietsregels gelden ook buiten de bebouwde kom, maar daar komt nog een extra regel bij: fietsers moeten achter elkaar gaan rijden als er een achteropkomend voertuig nadert. Opvallend is dat vooral jongeren niet op de hoogte zijn van deze verkeersregels

Vorig artikelEr schort wat aan onze kennis van de fietsregels
Volgend artikelDe Achterhoek, Nederlands best bewaarde geheim