Royal Enfield 350Foto's: Wim Kempenaers

Toen Paul de oude Royal Enfield 350 van zijn nonkel uit de garage haalde, was het een triestig hoopje roest. Maar met de nodige tijd, toewijding en geduld kreeg de motor zijn oude glans terug.

Britse eenvoud

“Mijn nonkel kocht hem in 1946. Net na de oorlog waren die Britse motoren bijzonder populair. Ze zaten eenvoudig in mekaar en je kon er gemakkelijk zelf aan sleutelen. Je moest er toen 27.500 Belgische frank voor neertellen, wat best veel was in die tijd. Na een tijdje belandde de Royal Enfield ergens achteraan in de garage van mijn nonkel, maar ik wist hem staan en heb hem na lang zeuren gekregen. Ik heb alles nog, van de originele papieren tot de factuur en het taksplaatje dat nog op de motor hangt.”

Leergeld betalen

“Techniek is een hobby van me, maar een restauratie had ik nooit eerder gedaan. Gelukkig kreeg ik raad van iemand die er verstand van heeft. Ik heb alles zelf gedaan, maar ook veel leergeld betaald. Daar heb ik vooral positieve lessen uitgehaald. Enkel de revisie van het motorblok heb ik uitbesteed, met achteraf ook wat problemen. Ik heb al een paar keer in panne gestaan. Meestal kan ik dat gemakkelijk zelf oplossen, maar voor de zekerheid heb ik maar een VAB-Pechbijstand afgesloten.” (lacht)

Mijn nonkel was stomverbaasd en een beetje emotioneel na de restauratie. Voor de grap hielden we een officiële inhuldiging.

Officiële inhuldiging

“Tijdens de restauratie nam ik honderden foto’s. Zo wist ik achteraf nog welke vijs bij welk onderdeel hoorde. Veel mensen dachten dat het nooit zou lukken om hem weer in prima staat te brengen, ook mijn nonkel niet. Hij was stomverbaasd en een beetje emotioneel toen ik hem ging tonen. Voor de grap hielden we een officiële inhuldiging van de volledig gerestaureerde Royal Enfield 350 met een kleine receptie. Mijn nonkel heeft er toen nog een keertje op kunnen zitten.”

Pittig lawaai

“Met de Royal Enfield rijden, heeft wel wat nadelen. Hij rijdt enorm spartaans. Het is een eencilinder met dat typische ‘duuk duuk duuk’-geluid. Je hoort hem van kilometers ver. Er met een propere broek opkruipen is geen goed idee, want die zit zo onder de smeer. Hij lekt natuurlijk ook, zoals alle motoren uit die tijd. Ik was onlangs in een museum van oude motoren en zag onder elke motor een olievlek. Het deed me deugd dat ik niet de enige ben met dat probleem. (lacht) Sommigen vinden het een museumstuk, maar voor mij heeft hij vooral emotionele waarde. Wat niet wegneemt dat ik hem altijd in het zicht parkeer. Ik zou er hartzeer van hebben als hij gestolen wordt.”

 

Lees meer

Wil je nog prachtige verhalen over oldtimers lezen? Klik dan hier voor meer reportages uit deze reeks.

 

Tip

Ook oude motoren zijn welkom bij VAB-Pechbijstand! Dag en nacht bescherming bij motorpech of -ongeval in heel de Benelux.

Vorig artikelJe banden in topconditie houden doe je zo
Volgend artikelGetest: Citroën C4