DKW F7, een Duits pronkstuk

Je zou denken dat hij in een museum thuishoort, maar deze unieke auto kom je zomaar op onze Belgische wegen tegen. Tijs en zijn vader wekten de verkommerde DKW F7 cabrio weer tot leven.

Jarenlang verstopt

“De auto was van mijn grootvader. Kocht hij hem zelf? Lieten de Duitsers die zijn huis bezetten de wagen achter? Niemand weet het nog. Wel drukte hij voor zijn overlijden de wens uit om de DKW niet weg te doen. Zo belandde hij eind jaren 70 in een garagebox, waar hij jarenlang stof vergaarde. Een paar jaar geleden beslisten we om de wagen te laten restaureren. Na een lange zoektocht kwamen we terecht bij de voorzitter van de Duitse DKW-club. Na meer dan drie jaar werk liet hij hem weer schitteren in zijn oude glorie.”

Vier ringen

“Het merk begon als fabrikant van stoommachines, vandaar de afkorting DKW: Dampfkraftwagen. Toen DKW auto’s begon te maken, werd het bedrijf onderdeel van de Auto Union-groep, waarin ook Audi, Horch en Wanderer zaten. Vier merken en dus vier ringen, die ook op het rooster van onze DKW prijken. Daardoor denken veel mensen dat het een Audi is. Dat merk is die ringen inderdaad gaan gebruiken, maar ze komen oorspronkelijk van Auto Union.”

Wat mij betreft ligt deze auto op de grens tussen industrieel erfgoed en kunst.

Historisch vehikel

“Van dit specifieke type werden 250 exemplaren gebouwd. Daarvan blijven er nog slechts zeven over. Die zitten overal, van Zuid-Amerika tot Estland. Het is dus een historisch vehikel dat wat mij betreft op de grens tussen industrieel erfgoed en kunst ligt. Ik krijg weleens de vraag of ik geen schrik heb om met zo’n museumstuk te rijden. Het antwoord is nee. Auto’s zijn gemaakt om te rijden. Een wagen ziet meer af wanneer hij stilstaat. Hij maakt wel veel lawaai, dat typische tweetaktgereutel. Je kunt er niet bepaald discreet mee rijden.” (lacht)

Auto van hout

“De auto werd gebouwd in 1938, een interessante periode. Industriëlen waren op zoek naar een auto voor het grote publiek, een ‘volkswagen’ in de letterlijke betekenis van het woord. Die kleine DKW’s waren één van de probeersels om de auto toegankelijk te maken. Onder het plaatwerk zit nog een houten structuur. Dat is een traditionele manier van auto’s bouwen die komt uit de tijd van de paardenkoetsen. Het chassis en het plaatwerk zijn van staal, maar voor de rest is het een houten auto.”

Lees meer

Wil je nog prachtige verhalen over oldtimers lezen? Klik dan hier voor meer reportages uit deze reeks.