lage-emissiezoneFoto: Wim Kempenaers

VAB adviseert steden en gemeenten voorlopig geen nieuwe lage-emissiezones (LEZ) in te voeren. Andere mobiliteitsmaatregelen zijn misschien effectiever en sociaal meer aanvaardbaar.

Uit een eerdere rondvraag van VAB bleek dat 15 steden en gemeenten nadenken over de invoering van een LEZ op hun grondgebied. Hoewel VAB de leefbaarheid in steden en gemeenten zeer belangrijk vindt, is het de vraag of een LEZ de juiste methode is. Uit metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij blijkt dat de impact op de luchtkwaliteit van een LEZ niet overtuigend is, zeker niet voor NO2 (stikstofdioxide). Bovendien worden de toelatingsvoorwaarden in 2025 aangescherpt, waardoor 4 op de 10 wagens de LEZ niet meer binnen mogen. De sociale gevolgen lijken in dat geval voor sommigen onverantwoord grote proporties aan te nemen. VAB vindt dat de effecten op de luchtkwaliteit, maar ook op de verkeersveiligheid en verkeersdruk in Antwerpen, Brussel en Gent eerst duidelijk in kaart gebracht moeten worden voordat er nieuwe lage-emissiezones worden ingevoerd.

Is een LEZ wel het juiste middel om een bepaald doel te bereiken als blijkt dat andere maatregelen even goed of zelfs beter zijn?

Ook sociale impact belangrijk

Om de leefbaarheid van steden en gemeenten te verbeteren moet er aandacht geschonken worden aan meer verkeersveiligheid, een betere luchtkwaliteit en minder parkeer- en verkeersdruk, zodat er meer ruimte komt voor fietsers en voetgangers. Maatregelen zoals de LEZ moeten beoordeeld worden op die drie facetten, maar ook op de sociale impact die ze met zich meebrengt. Riskeren kwetsbare groepen niet uitgesloten te worden en veroorzaakt de maatregel geen sociaal isolement vanwege dreigende vervoersarmoede? VAB stelt zich de vraag of andere maatregelen niet beter scoren op één of beide criteria. Metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij tonen aan dat de impact van het circulatieplan van Gent op de luchtkwaliteit hoger is die van de LEZ in Antwerpen. Daarnaast heeft het circulatieplan ook nog een positieve impact op de verkeersveiligheid. Is een LEZ dan wel het juiste middel om een bepaald doel te bereiken als blijkt dat andere maatregelen even goed of zelfs beter zijn? VAB vraagt dan ook aan de Vlaamse overheid om een coördinerende rol te spelen voor het verzamelen en beschikbaar stellen van praktijkervaringen en meetresultaten, zodat steden en gemeenten met kennis van zaken kunnen beslissen over het al of niet invoeren van een LEZ.

Pas de inschrijvingstaks aan

Luchtkwaliteit is een zaak voor heel Vlaanderen. De overheid moet de consument daarom beter sturen op het moment dat hij een nieuwe of tweedehandswagen koopt. De hervorming van de inschrijvingstaks in 2021 kan zo opgezet worden dat de meest vervuilende wagens niet verkocht geraken als tweedehandswagen. De koper heeft dan de keuze tussen een vervuilende wagen kopen en een hoge BIV betalen of opteren voor een minder vervuilende wagen met een goedkopere BIV. Op die manier kunnen bijvoorbeeld dieselwagens zonder roetfilter versneld uit het wagenpark gehaald en gerecycleerd worden. Onderzoeken hebben immers uitgewezen dat een (goed werkende) roetfilter een zeer positief effect heeft op de uitstoot van fijn stof en roet. Een hogere BIV voor dergelijke dieselwagens kan gepaard gaan met een recyclagepremie voor wie hem inruilt. Nu bieden sommige autoconstructeurs al zo’n premie aan. Die maatregel zou veel effectiever zijn dan Euro 4 en Euro 5 wagens verbieden in een LEZ.

Senioren die in een LEZ wonen of er regelmatig op bezoek gaan zijn zeer ongerust over hun toekomstige mobiliteit. 

En wat vindt de automobilist?

VAB vroeg aan 4000 automobilisten hun mening over de LEZ. Daaruit blijkt dat meer dan 7 op de 10 vinden dat een stad enkel een LEZ mag invoeren als er voldoende alternatieven worden aangeboden aan de inwoners. Daarbij valt op dat vooral senioren die stelling belangrijk vinden. Ook uit reacties die VAB de voorbije maanden ontving, bleek dat zij zeer ongerust zijn over hun toekomstige mobiliteit. VAB is bekommerd om het lot van de senioren die in een LEZ wonen of er regelmatig op bezoek gaan. Hoe kunnen we hun mobiliteit dan blijven garanderen? Vooral openbaar vervoer blijkt een absolute voorwaarde, zeker voor personen ouder dan 75 jaar. Zij haken af als fietser, meestal omwille van fysieke beperkingen. Maar net bij het openbaar vervoer knelt het schoentje. De Vlaamse overheid heeft beslist het aanbod van De Lijn volledig te hertekenen en meer vraaggericht te maken. Voortaan wordt het aanbod afgestemd op de 15 vervoersregio’s. De Vlaamse overheid belooft wel werk te maken van mobiliteitspunten waar verschillende vervoermiddelen samenkomen, zodat de gebruiker vlot combinaties kan maken, maar tot nu toe blijft het bij beloften. De vraag is ook of er na de investeringen in het openbaar vervoersaanbod van Antwerpen en Gent nog voldoende middelen zijn om te investeren in andere steden en gemeenten. Voor VAB is het belangrijk dat er snel meer zekerheid komt over de plannen. De huidige onzekerheid maakt voor het steden en gemeenten onmogelijk om te beslissen over de invoering van een LEZ.

 

Klik hier voor de volledige perstekst van VAB rond dit thema.

Vorig artikel4 op de 10 wagens mogen in 2025 de lage-emissiezones niet meer in
Volgend artikelCocoonen in een iglo in de Franse Alpen