roetfilterFoto: Shutterstock

Wie op de autokeuring een rode kaart kreeg omdat de roetfilter niet meer naar behoren werkt, krijgt nu nog meer tijd om die te laten herstellen. Tot voor kort was die periode slechts drie maanden, nu wordt dat één jaar.

Sinds 1 juli 2022 is de deeltjestellertest verplicht bij de technische keuring van dieselwagens. Heel wat dieselwagens reden namelijk rond met een defecte roetfilter of, in de ergste gevallen, een verwijderde roetfilter. De oude test kon zo’n defect of afwezigheid niet detecteren, de nieuwe test wel en dat zorgde voor onaangename verrassingen bij best wat dieselrijders met een wagen met euronorm 5 of 6. Diesels met euronorm 4 of lager hebben op een paar uitzonderingen na namelijk geen roetfilter en moeten de nieuwe test dan ook niet ondergaan.

Een jaar uitstel

Omdat er problemen waren met de levering van nieuwe roetfilters, werd afgelopen zomer de termijn om de roetfilter te vervangen opgetrokken van de standaard voorziene periode van 15 dagen tot drie maanden. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters heeft nu beslist om die termijn uit te breiden tot één jaar. Op die manier krijgt iedereen voldoende tijd om de nodige analyses en herstellingen door te voeren. De maatregel gaat in vanaf december 2022 en is één jaar geldig. Let op, deze overgangsmaatregel is enkel van toepassing voor periodieke keuringen en dus niet voor de keuring voor verkoop. Wie zijn wagen wil verkopen, maar niet door de keuring voor verkoop geraakt omwille van de roetfilter, moet die dus toch herstellen en opnieuw laten keuren voordat de auto van eigenaar kan veranderen.

Hoe werkt een roetfilter?

Een roetfilter is niet hetzelfde als een katalysator, die heeft een andere bijkomende functie. Een roetfilter zit tussen je motor en de uitlaat. De filter laat de uitlaatgassen door, maar houdt het grootste deel van de roetdeeltjes tegen. Die filter is al vol na zo’n 600 tot 1000 kilometer. Het achtergebleven roet verbrandt opnieuw als de temperatuur van de motor en de filter hoog genoeg is en zo wordt de roetfilter dus geleegd. De roetdeeltjes worden door die verbranding kleiner gemaakt, maar je stoot ze dus wel nog uit. Om je motor en de filter warm genoeg te krijgen moet je een langere tijd aan een hogere snelheid rijden. Daarom stelt het probleem van defecte roetfilters zich vooral voor bij mensen die met hun diesel te vaak maar kleine verplaatsingen maken.

Wie een diesel heeft moet dus zorgen dat hij geregeld een wat langere afstand aflegt. Het is natuurlijk onzinnig om naar de andere kant van het land te rijden, gewoon om de filter optimaal te laten werken. Je kunt je wagen bijvoorbeeld eens uitlenen aan een familielid als die wel met een reden een langere afstand moet afleggen. Als je te weinig lange afstanden doet zal het motormanagement van moderne diesels zelf ingrijpen door de temperatuur in de uitlaat op te voeren en zo de verbranding in gang te zetten. Heb je een oudere diesel, pakweg een euro 5, dan kun ook af en toe je wagen voor een langere tijd in hogere toeren laten rijden, een twintigtal minuten in vierde versnelling tegen 100 km/u over de snelweg rijden bijvoorbeeld, al is dat vanuit ecologisch standpunt niet meteen een erg goede oplossing. Voorkomen is beter door de dieselwagen te gebruiken waar hij voor gemaakt is: kilometers vreten.

Vorig artikelOp zoek naar de big five in Zuid-Afrika
Volgend artikelUnieke service: het gemak van een VAB-vervangwagen