verplichte toebehoren

Je auto moet een aantal attributen aan boord hebben die je nodig hebt in geval van nood. Deze vier items zijn verplicht!

Gevarendriehoek

De gevarendriehoek moet je plaatsen als je wagen pech heeft of je lading geheel of gedeeltelijk op de weg is gevallen en niet meteen kan worden opgeruimd. Zet de gevarendriehoek op 30 meter van je wagen aan de kant van het tegemoetkomend verkeer. Op de snelweg is dat op 100 meter. De driehoek moet zichtbaar zijn vanop 50 meter.

Fluohesje

Er moet minstens één fluohesje aanwezig zijn voor de bestuurder. Dat moet je dragen als je pech of een ongeval hebt op een autoweg of snelweg. Leg het vestje binnen handbereik, want je bent verplicht het te dragen vanaf het moment dat je de wagen verlaat. Het is aan te raden om ook voor de passagiers een fluohesje bij te hebben, maar dat is geen verplichting.

Brandblusapparaat

Er moet minstens één brandblusapparaat binnen handbereik liggen dat je binnen de tien seconden kunt losmaken. Kijk goed na of het apparaat nog niet vervallen is. Heeft je voertuig een toegelaten massa van meer dan 3500 kilo, dan moet je een aangepast toestel voorzien.

Verbanddoos

Elke wagen moet voorzien zijn van een verbanddoos. Daarin zitten onder andere pleisters, drukverbanden, een windel en watten en informatie over het toedienen van de eerste hulp.

 

Lees ook

Welke boorddocumenten moeten verplicht in je wagen liggen?

Hoe moet je een bandenherstelkit gebruiken?

Hoe moet je een parkeerschijf precies gebruiken?

Hoe vul je een aanrijdingsformulier correct in?

Vorig artikelNood aan Europees systeem voor stedelijke milieuzones
Volgend artikelIn Vervoering: Ford Capri