Elektrische aandrijving is de toekomst, maar hoe ver staat het met het aanbod op de markt van de elektrische motor en scooter? Wat zijn de mogelijkheden?
Terwijl in de autowereld het ene na het andere merk met een elektrisch aangedreven vierwieler komt, is het in de motorwereld stil. Enkel Harley-Davidson (verrassend genoeg), BMW, KTM en Vespa hebben elektrische gemotoriseerde tweewielers. De meeste elektrische scooters en motoren (en ook bromfietsen) komen van eerder onbekende merken. Zero is het merk dat de laatste jaren het meest aan de weg timmert met elektrische motorfietsen. Super Soco is vooral sterk in budgetversies. Wie de cijfers van de inschrijvingen erop naslaat, ziet dat het aantal elektrische motoren en scooters nog beperkt is. Een telling van Febiac, de Belgische en Luxemburgse Automobiel- en Tweewielerfederatie, komt in 2020 op 425 elektrische twee- en driewielers. Dat is slechts 1,7% van de 25.807 ingeschreven motoren en scooters.
Het principe van de elektrische motor
Een elektrische krachtbron werkt met magneten rond een rotor en geleidend materiaal (een wikkeling). Een magneet heeft een krachtwerking op elektrisch geladen delen (de wikkeling) die aangetrokken worden. Door opeenvolgende magnetische velden krijg je een draaiende beweging die via een riem of ketting naar het achterwiel wordt gebracht. Er is geen versnellingsbak nodig. Dat maakt het rijden met een elektrische scooter of motor uiterst simpel: starten en vertrekken. Een elektromotor is relatief klein. Sommige Chinese merken plaatsen die zelfs in de naaf van het achterwiel. Voor de batterijen die de motor van stroom moeten voorzien, is meer ruimte nodig. Het batterijpakket wordt meestal voor de krachtbron gepositioneerd en neemt de plaats in van het motorblok en de benzinetank van een motorfiets met benzinemotor. Bij een scooter worden de batterijen onder het zadel en op de bodem van het chassis geplaatst. Dat maakt dat het zwaartepunt laag is. Een voordeel is dat die elektromotoren technisch veel eenvoudiger zijn dan verbrandingsmotoren en een pak minder onderhoud vereisen.
Slechts 1,7% van de ingeschreven motoren en scooters is elektrisch.
Elektrisch rijden is plannen
Het meest opvallende aan het rijden met een elektrische motor of scooter is de stilte. Je hoort enkel een zacht gezoem en de rijwind langs je helm. Een ander aspect van elektrisch rijden is dat je – zeker in het begin – nauwlettend in de gaten houdt hoeveel procent aan batterijvermogen er nog is. Vaak op hoge snelheid rijden, kost veel energie. Rustig rijden niet. En de energie die vrijkomt wanneer je remt, wordt weer opgeslagen in de batterij. Om ze volledig op te laden moet je doorgaans rekenen op drie tot vijf uur. Met snelladers is een halfuur vereist om weer genoeg kracht te hebben. Doorgaans mag je rekenen op een actieradius van zo’n honderd kilometer, maar dan moet de motor of scooter wel aan het ‘elektrisch infuus’.
Stopcontact of laadpaal?
De meeste elektrische scooters en motoren zijn ook aan publieke laadpalen op te laden, maar dat is duurder dan thuis de stekker in het stopcontact te steken. Voor de twee manieren zijn stekkers voorzien.
Stad of snelweg?
Gezien de geringe actieradius is een elektrische motor of scooter vooralsnog geen vervoermiddel om lange afstanden mee te doen. Woon-werkverkeer met veel snelwegkilometers (bijvoorbeeld Gent-Brussel 60 km heen, zestig terug) kan als er tijdens de werkuren voldoende tijd is om op te laden. Voor alleen stads- of agglomeratieverkeer is zo’n elektrische tweewieler wel interessant: het aantal kilometers is immers beperkt.
De prijs van een elektrische motor
Het prijsverschil met de traditionele motoren is te groot, en dat houdt mensen tegen. Je moet zo’n motor echt willen; je doet dat niet om economische redenen. De elektrische Saroléa is een nicheproduct en heeft als basisprijs € 53.000. Harley-Davidson verkoopt de LiveWire voor € 34.000. De elektrische BMW C-Evolution begint bij 16.000 euro. Zero-motoren gaan van € 13.370 tot € 24.140. De Belgische start-up Trevor Motorcycles mikt op een prijs van zo’n € 13.000 voor een 125cc-equivalent. Het verkoopsucces van Super Soco (Chinese elektrische scooters en lichte motoren) bewijst dat prijs een factor is. De Super Soco TC gaat voor nog geen € 3500 de showroom uit. Dat model was vorig jaar het populairste elektrische model met 67 ingeschreven exemplaren.
Fiscaal
Als we naar de lopende kosten kijken, dan is elektrisch rijden interessant. BMW rekent dat er een kost is van € 0,25 aan elektriciteit per 100 km. Het onderhoud is ook goedkoper, want de techniek is eenvoudig – er zijn bijvoorbeeld geen olieverversingen nodig. En fiscaal is elektrisch ook interessant: je betaalt géén jaarlijkse verkeersbelasting, géén belasting op inverkeerstelling (BIV) en géén aanvullende verkeersbelasting. En de staat geeft een belastingvoordeel van 15% op de aankoop van een nieuw 100% elektrisch voertuig dat minstens twee personen moet kunnen vervoeren (met een maximumbedrag van € 3140).
De aankoopprijs is hoog maar het onderhoud is goedkoper, er zijn bijvoorbeeld geen olieverversingen nodig. En fiscaal is elektrisch ook interessant.
Hybride
Zo’n 10 jaar geleden bracht Piaggio een hybride scooter op basis van MPS-driewieler uit, een scooter met een traditionele motor van 125 cc en een elektromotor. Vooralsnog zijn er weinig merken gevolgd, al heeft Kawasaki wel bekendgemaakt dat ze de technologie voor motoren onderzoeken. In een auto heeft hybride meer zin dan in een motor of scooter. De auto biedt immers meer ruimte voor de twee aandrijfmethoden.
Hoe rijdt een elektrische motor of scooter?
Als je een motor met versnellingen gewend bent, dan is de eerste aanpassing het ‘twist & go’-systeem. Met andere woorden: er zijn geen versnellingen en de motor of scooter rijdt zoals een gemotoriseerde tweewieler met een continu variabele transmissie. Wat ook direct opvalt, is de acceleratie. Een elektrische scooter of motor gaat binnen luttele seconden naar honderd kilometer per uur. Dat doet hij bovendien in alle stilte. Slechts het geluid van de rijwind langs je helm geeft je een idee van de snelheid, zeker als je alleen op de weg bent. In het begin let je wel heel erg op het percentage batterij-inhoud. Geef je flink ‘gas’ – wat in deze optiek een vreemde uitdrukking is –, dan zie je de energievoorraad sterk slinken. Eens je goed remt, regenereer je weer wat energie. Rijd je rustig, dan blijft het percentage redelijk op peil. Maar als de ‘tank’ leeg raakt, moet je wel zorgen dat je op tijd thuis bent of bij een laadplek geraakt.