Roadtrip Dordogne Vallei van de Dronne

Deze Franse regio heeft altijd al vakantiegangers aangetrokken, en wij willen weleens ervaren waarom. En route langs de kronkelende rivieren, charmante steden, Engelse tuinen en historische kastelen van de Dordogne.

Bergerac

Goed begonnen is half gewonnen, en dus starten we onze rondreis door de Dordogne bij Quai Cyrano in Bergerac, een samenwerking tussen de toeristische dienst van de stad en het Maison des Vins. De ideale plek om de nodige informatie voor ons bezoek te verzamelen én van lokale wijntjes te proeven. Elk wijndomein uit de streek dat zichzelf hier presenteert, mag dat doen aan de hand van één fles. Kwestie van zo vroeg mogelijk te selecteren welk domein je wilt bezoeken. En dat vanop het zonnige terras met uitzicht over de rivier Dordogne of vanop de 17de-eeuwse stenen binnenplaats met authentieke houten balkonnetjes en een enorme Paulownia-boom als blikvanger.

Bergerac is klein maar fijn en nodigt uit om te verdwalen in de vele kleine wirwarstraten met colombages.

Bergerac is klein maar fijn en nodigt uit om te verdwalen in de vele kleine wirwarstraten met colombages, middeleeuwse vakwerkhuizen met houten balken, en stenen huizen met boog en grote opening, waar de rijken woonden. Het stadje aan de Dordogne ontstond in de 13de eeuw en lokte veel protestanten uit Engeland en Nederland. Ook vandaag wonen hier nog veel Britten. De meeste vluchten vanuit Bergerac gaan dan ook richting Engelse steden, behalve die naar Charleroi en Rotterdam. Het zou goedkoper zijn om hier te resideren en naar Engeland over te vliegen dan in Londen te wonen.

 

De tuinen van Sardy: Engels versus Italiaans

Die Engelse trend zet zich voort in de tuinen van Sardy. Ooit aangelegd door een Toscaanse dame, vandaag in handen van Frédéric, wiens moeder – hij noemt haar ‘de kolonel’ – per se een Engelse tuin wilde. Haar wil was wet en het werd dan ook een mix van Engels en Italiaans.

Het heuvelachtige karakter dankt de tuin aan de honderdtal vrachtwagens met zand die ‘de kolonel’ liet aanrukken. Daarop groeien oude eiken, olijf- en vijgenbomen en allerlei soorten planten en bloemen door elkaar, zoals het een Engelse tuin betaamt. Rondom het lange smalle bassin zorgen de rij cipressen en de rechte haag voor de Italiaanse toets. Eindigen doe je in het theehuis op het hooggelegen terras. In het bijhorende winkeltje verkopen Frédéric en zijn vrouw hun eigen wijnen, artisanale zeep uit de buurt en andere lokale producten.

Dagelijks open tussen 1/5 en 30/9, 10-18u, € 7, reservatie enkel nodig voor begeleid bezoek

 

Moulin de la Veyssière: van noot tot olie

In La Veyssière waait een indringende notengeur je tegemoet. In de 16de-eeuwse Moulin de la Veyssière worden hazelnoten, amandelen en walnoten verwerkt tot notenolie, een klassiek product uit deze streek. De ondergrondse molen wordt aangestuurd door water uit de rivier Verne. Pas bij een tekort aan water wordt de elektrische molen ingeschakeld.

Christine doet het hele proces nauwkeurig uit de doeken. Van het verpletteren van het binnenste van de noot door granieten molenstenen, het opwarmen van de notenpasta – de temperatuur is bepalend voor de smaak –, het uitpersen van de olie met een betonnen blok van 40 ton tot het decanteren gedurende 8 tot 15 dagen. Na zorgvuldig proeven gaat er een fles walnotenolie mee naar huis.

Gratis bezoek

 

Périgueux: het beste van twee werelden

Middeleeuws enerzijds, renaissancestijl anderzijds. Périgueux combineert moeiteloos de charme van smalle kasseistraatjes, schattige pleinen en kleine shops met de grandeur van brede lanen, herenhuizen en chique boetieks zoals die in Parijs. Voeg daar nog de rivier L’Isle en een Byzantijnse kathedraal aan toe en je hebt alle ingrediënten voor een waardige hoofdstad van de Périgord.

Périgueux combineert moeiteloos de charme van een middeleeuwse stad met de grandeur van Parijs.

Wie bedevaarders op weg naar Compostella wil spotten, begeeft zich in het middeleeuwse stadsgedeelte naar Rue Limogeanne, het oudste straatje van Périgueux. Een zijstraat herbergt restaurant L’Epicurien in een middeleeuws huis met gezellige binnenkoer. Franse haute cuisine waar je maar beter een reservatie voor maakt.

 

Grotten van Lascaux: de Sixtijnse Kapel van de prehistorie

In september 1940 zochten 4 tieners in het bos bij Montignac naar hun hond. In de plaats vonden ze een grot uit het krijttijdperk, met 18.000 jaar oude schilderingen op de kalkstenen rotsen van paarden, oerossen en koeien die tot leven lijken te komen. In 1963 sloot de originele grot voor het publiek, om alles zo goed mogelijk te beschermen, en 20 jaar later opende Lascaux II, een kopie. Maar ook toen had men nog niet de juiste technieken om de schilderingen goed te bewaren. Daarom kwam in 2016 Lascaux IV tot stand. (Lascaux III was een rondreizende tentoonstelling.) Lascaux IV weerspiegelt perfect de kleuren, de temperatuur en de schilderingen van de originele grot en huisvest in een modern, ietwat futuristisch, gebouw uit beton, ontworpen door een Noorse architect. Vanuit dat bezoekerscentrum – dat wel in het landschap gebouwd lijkt – daal je af naar een unieke beleving.

€ 21/volwassene

 

Fietsen langs de Dordogne

Met Castelnaud-la-Chapelle vond Pierre de ideale locatie voor zijn fietsverhuurbedrijf Castel Bike. Van hieruit bezoek je het historische stadje met versterkte burcht, fiets je langs de Dordogne naar Josephine Bakers Château des Milandes of via de fietsvriendelijke voie verte naar de mooiste zwem- en picknickplekjes. Wij ondervonden dat een e-bike geen overbodige luxe is voor wie op kastelentocht gaat.

 

Château de Lacypierre: het leven zoals het was

In de Dordogne vallen heel wat chateaus te bezoeken, maar wij kozen bewust voor een klein privékasteel. Het maakt het verhaal erachter zoveel persoonlijker. Château de Lacypierre is in handen van Isabelle en haar zus Florence, wier ouders het in 1968 aankochten en van onder tot boven renoveerden. Ze verzorgen dan ook zelf de rondleidingen. Isabelles moeder was het stadsleven in Parijs beu en droomde ervan om naar de zachte heuvels van de Périgord te verhuizen. “We hadden geen tv en weinig comfort, maar veel poëzie en verbeelding”, vertelt Isabelle. “Ik had hier een heel gelukkige jeugd.”

Voor haar ouders was dit kasteel een coup de coeur, maar het bleek na aankoop al snel een ruïne. De muren en duiventoren stonden scheef, het water liep naar binnen. Het werd hun levenswerk om alles te stutten, het leistenen dak te renoveren en het geheel zo authentiek en subtiel mogelijk aan te pakken.

€ 7,5/volwassene

 

Vallei van de Dronne: enkel voor insiders

Naast de Dordogne en L’Isle vloeit er nog een rivier door de Dordogne: de Dronne. Kleiner en minder bekend en net daarom de ideale wegwijzer voor ongemoeide natuurplekjes. De rasechte local Philippe neemt ons op sleeptouw, stroomopwaarts van Tocane-Saint-Apre tot Brantôme. Mijmerend over zijn ongedwongen jeugd toont hij ons in Montagrier de imposante beukenallee die leidt naar een panoramisch uitzicht en Romaanse kerk. Aan dit uitkijkpunt passeert de weg die de Engelse schrijver Harrison Barker in de 19de eeuw bewandelde en beschreef in zijn boek ‘Two Summers in Guyenne. A Chronicle of the Wayside and Waterside’. In 1892 en 1893 reisde hij te voet en per kano door het zuidwesten van Frankrijk en volgde onder andere de Vallei van de Dronne. Die wandelroute gebruiken wij vandaag, samen met de rivier, als leidraad voor onze ontdekkingstocht.

De Dronne-rivier is kleiner en minder bekend en net daarom de ideale wegwijzer voor ongemoeide natuurplekjes.

En die brengt ons vanuit Montagrier naar de sobere maar versterkte kerk van Grand-Brassac, de historische dolmen rond Paussac en het tweeledige kasteel van Bourdeilles, dat je tegenwoordig zelfs in virtual reality kunt bezoeken, om de dag te beëindigen in Brantôme, dat zichzelf graag het Venetië van de Périgord noemt. De Dronne stroomt volledig rond het oude stadsgedeelte en maakt van Brantôme een eiland. Hoogtepunt is de ontzagwekkende Abdij van Saint-Pierre met bijhorende grot. Of het park waar je je simpelweg neervlijt met een ijsje om die vele kilometers te compenseren. Iets met prioriteiten.

Tip Haal bij de toeristische dienst in Brantôme of Mareuil de kaart van de Val de Dronne. Daarop staan wandel- en fietswegen, zwemplekken, dolmen en menhirs, dorpjes, kerken en uitkijkpunten aangeduid.

 

Bezoektip: Sarlat-la-Canéda

Een levendige stad en favoriete trekpleister van vele toeristen. Je dwaalt er door middeleeuwse steegjes, gaapt omhoog naar de beschermde gebouwen en proeft lokale specialiteiten als truffel en foie gras op één van de vele pleintjes. Op woensdag en zaterdagochtend zorgt de markt voor de nodige sfeer.

Logeren in de Dordogne

1. Côte Verger

Deze chambres d’hôtes vind je op een halfuur van Bergerac en wordt uitgebaat door Esther en Alexander. Het enthousiaste Nederlandse koppel renoveerde de statige boerderij met helblauwe luiken en grote tuin tot een knappe B&B (en minicamping) met houten vloeren, lichte kamers, tal van leuke interieurvondsten en 50 tinten groen. Het kwispelende staartje van hond Mozes krijg je er zomaar bij. Wij genoten van een heerlijke table d’hôtes met confit de canard in de groene tuin!

 

2. Les Cieux de Saint-Félix

Dit grote manoir werd in 2018 serieus gerenoveerd tot een elegante en stijlvolle B&B. Eigenaar Gaël nam de inrichting volledig op zich. En die reflecteert zijn persoonlijkheid, zegt hij zelf. Denk landelijk met zachte kleuren, houten balken, kalkstenen muren, brocante vondsten, golvende linnen gordijnen, immense gouden spiegels en imposante kroonlusters. 5 ruime kamers met badkamer, een buitenzwembad, hamam, Finse sauna en yoga- en massageruimte. Voor wie wil, haalt Gaël met plezier zijn kookkunsten boven.

 

3. Villa Lascaux

Niet bepaald typisch Frans, maar dit zelfvoorzienende, moderne huis in houtskelet met 5 kamers is wel degelijk een pareltje. Op een heuvel tussen Sarlat en Montignac (Lascaux) kijk je uit over glooiend groen. Met zwembad en verschillende luilekkerplekjes verspreid over de tuin.

 

4. La Villa Marguerite

Op wandelafstand van het oude stadscentrum van Périgueux en toch rustig gelegen. Dat vonden wij meteen de grootste troef van deze B&B. Binnen het eclectische interieur van Catherine en Fabien kreeg elke kamer een compleet andere look, telkens gebaseerd op één van hun reizen. Het omwalde bourgeois huis uit het begin van de twintigste eeuw biedt meerdere terrassen en plekjes voor een goed boek of aperitief.

Praktisch

Erheen

Vanuit Antwerpen rijd je zo’n 1000 km tot in Bergerac. Ryanair vliegt vanuit Charleroi op Bergerac.

Goed verzekerd

Reis zorgeloos naar de Dordogne met een VAB-Reisbijstand, vanaf € 99 voor een heel jaar of € 125 voor het hele gezin. Voor € 48 extra kun je tijdens je vakantie ook rekenen op pechbijstand voor je voertuig.

Toeristische info

dordogne-perigord-tourisme.fr

Vorig artikelGoogle Maps lanceert milieuvriendelijke routes in België
Volgend artikelAl van de ‘Dutch reach’ gehoord?