Bandenspanning controleren

Het is erg belangrijk om regelmatig de bandenspanning van je wagen te controleren. Het is veiliger, beter voor je banden en voor je verbruik.

Met een foute bandenspanning rijden, is gevaarlijk. Het weggedrag van je auto wordt onvoorspelbaar, vooral in de bochten. Een te lage bandenspanning verhoogt de rolweerstand van de band en dus ook het brandstofverbruik. Uit onderzoek blijkt dat een te lage spanning van 0,5 bar leidt tot 2 à 3% meer brandstofverbruik. Bovendien leidt een te lage spanning tot een ongelijkmatige drukverdeling, waardoor de slijtage aan de randen van het loopvlak toeneemt. Genoeg redenen dus om dit regelmatig na te kijken.

Tips om je bandenspanning te controleren

  • De bandenspanning moet minstens één keer per maand en vóór een lange reis gecontroleerd worden.
  • De juiste spanning staat vermeld in de gebruikshandleiding en/of op de sticker die zich op de stijl van het portier van de bestuurder, op de brandstofklep of in het dashboardkastje bevindt.
  • Zorg dat de banden koud zijn, dat betekent dat je minstens 2 uur niet gereden hebt of minder dan 3 kilometer op gematigde snelheid gereden hebt. Bij warme banden zal de gemeten spanning hoger zijn. Doe je controle dus zeker niet als je onderweg bent naar vakantie, dat zal geen betrouwbaar resultaat geven.
  • Zorg ervoor dat je de dopjes opnieuw goed aandraait en vervang ze als ze ontbreken, ze beschermen de banden tegen stof en vuil en voorkomen dat er lucht ontsnapt.
  • Controleer ook de bandenspanning van je reservewiel.
  • Is de auto zwaar beladen? Verhoog de spanning dan een beetje.
  • Tijdens de winter mag je de bandenspanning met 0,2 bar verhogen.
Vorig artikelNaar de garage: 5 nuttige tips
Volgend artikelWat is het verschil tussen een klein of een groot onderhoud?