Stel, je stapt na dágen nog eens in de auto voor een hoogstnodig bezoek aan de lokale supermarkt. Hoera, de motor slaat prompt aan, maar op het display van je dashboard floept meteen de melding dat je wagen op onderhoud moet. Hoe pak je dat aan? Duik je zelf onder de capot, of kun je met een gerust hart verder rijden?
Garages, met inbegrip van hun werkplaats, zijn vandaag gesloten en mogen tot nader order enkel essentiële herstellingen uitvoeren. Porsche bijvoorbeeld stelt zijn ateliers open voor mensen uit de zorg, maar ook hier gebeuren enkel noodzakelijke herstellingen; planmatig onderhoud hoort daar niet bij. Andere constructeurs, zoals Kia, verlengen de garantieperiode voor klanten wiens garantie afloopt gedurende de lockdown en die dus momenteel niet naar de garage kunnen om een mogelijk probleem te laten verhelpen.
Welk risico loop ik wanneer ik verder rij?
Met de informatie en de tips die we hier geven, benaderen we het probleem vanuit technisch oogpunt, niet juridisch. Niet elke constructeur zal zijn garantieregels ruimer toepassen wanneer de wagen niet tijdig werd onderhouden, al zal veel van de situatie afhangen. Is de wagen enkel weken of maanden ‘over tijd’ omwille van de coronamaatregelen, of heeft de klant al langer een loopje genomen met planmatige service? De meeste merken hanteren ook een marge op de onderhoudsintervallen. Mercedes geeft bijvoorbeeld aan dat een auto tot 3 maanden of 3000 km langer kan rijden, als het echt niet anders kan. Deze interpretatie varieert echter van merk tot merk. Bovendien zijn zwaarbelaste motoren een stuk gevoeliger voor uitgesteld onderhoud. Dergelijke technologie vind je overigens niet alleen in sportwagens, want nagenoeg alle ‘gedownsizede’ benzinemotortjes met turbo – denk: 1.0 TCe van Renault, 1.0 Ecoboost bij Ford of de 1.0 TFSI van VW – horen thuis in die categorie.
Waarom krijg ik deze melding uitgerekend nu?
Het service-interval van een moderne auto wordt dynamisch berekend. Vroeger kwam een auto pakweg om de 10.000 km op onderhoud. Vandaag zijn de intervallen veel groter en houdt een digitale teller rekening met diverse parameters, zoals de motorbelasting, de gereden kilometers, het aantal startbeurten en de kalender. Doorgaans mag je ongeveer 20.000 km rijden met dezelfde motorolie, maar omdat olie met de tijd degradeert (bijvoorbeeld door condenswater bij het afkoelen en het opwarmen van de motor), wordt ze na 12 maanden ververst. De meeste automobilisten die vandaag een servicemelding op het dashboard zien, zullen die krijgen omwille van de kalender en meestal niet omdat ze heel veel kilometers hebben gereden, want we verplaatsen ons sinds midden maart veel minder. In die zin zullen er wellicht geen ‘technische rampen’ gebeuren als je je auto nog enkele weken (beperkt) blijft gebruiken tot de werkplaatsen weer opengaan.
Wat kan ik zelf doen?
Wie verder rijdt met een actieve servicemelding doet er goed aan om het olieniveau te checken. Oudere olie wordt dunner, waardoor de smerende eigenschappen afnemen. Dunnere olie werkt ook olieverbruik in de hand, zodat de kans bestaat dat er (te) weinig olie in het carter zit en dat is fataal voor de motor. Heel wat auto’s geven het oliepeil digitaal aan (via een melding ‘oil OK’ of via blokjes). Je kan dit ook zelf controleren met de peilstok, als die nog aanwezig is.
Zo controleer je het oliepeil
Maak de peilstok schoon met een doek, zodat je de ‘min’- en ‘max’-aanduiding duidelijk ziet. Zorg ervoor dat de wagen op een vlakke ondergrond staat. Als je auto niet waterpas staat, geeft de peilstok mogelijk een te laag niveau aan, waardoor je onnodig olie zou bijvullen. Dat wil je vermijden, omdat een te hoge oliestand even schadelijk is als een te lage. Doe de meting wanneer de motor minstens een kwartier niet gedraaid heeft, zodat alle olie in het carter is gelopen. Enkel zo heb je een juiste meting. Steek de peilstok in de schacht en lees het juiste niveau af. Zolang de olie tussen de markeringen staat, is alles in orde.
Vul zo nodig bij met kleine scheutjes (pakweg 100 ml). Wacht even om de olie naar het carter te laten lopen en controleer opnieuw, zodat je nooit te veel bijvult. Gebruik ook olie met de juiste specificaties. Die kan je in het instructieboekje van de wagen vinden. De betere garage stopt bij een onderhoudsbeurt een busje van 1 liter motorolie in de koffer of in de buurt van het reservewiel. Mocht dat niet het geval zijn, kan je de juiste olie ook online bestellen. Vraag je garagist bij het volgende onderhoud naar zo’n busje om bij te vullen. Je weet maar nooit of er nog een tweede lockdown volgt…
Tip: Lees altijd de gebruiksaanwijzing van de auto als je het olieniveau gaat nakijken. Bij de meeste auto’s controleer je de olie zoals hierboven beschreven. Er zijn ook motoren met een droge cartersmering, waarbij je het oliepeil moet controleren met een draaiende motor die op bedrijfstemperatuur is.
Wist je dat…
Vroeger hadden auto’s veel meer metertjes om een en ander in de gaten te houden. Klassieke Peugeots hadden niet enkel een temperatuurmeter voor het koelwater, maar ook eentje voor de olie. Oudere Mercedes-modellen hadden steevast een oliedrukmeter die een nauwkeurige aanduiding gaf van de kwaliteit van de olie. (Hoe hoger de druk bij een warme motor, hoe verser de olie). Klassieke Porsches hadden het allemaal: olietemperatuur, oliedruk en zelfs olieniveau!
Lees ook
Wat is het verschil tussen een klein en een groot onderhoud?
