Foto Bosch pendelen elektrische fiets

De elektrische fiets blijft in opmars, zeker om te pendelen. Eén nieuwe fiets op twee is elektrisch aangedreven. Maar welk model past het best bij jouw verplaatsing?

Je fietst een deel van het traject

Plooifiets

De plooifiets is een onmisbaar instrument voor wie vervoersmiddelen moet combineren tijdens het pendelen: auto en fiets of trein en fiets. Vooral wie de trein neemt, zal een handig en compact vouwsysteem op prijs stellen. Dan is er eigenlijk maar één optie: Brompton. De grondlegger van de moderne plooifiets blijft de duurste, maar stelt daar twee doorslaggevende argumenten tegenover: onverwoestbaar en een simpel vouwsysteem. Reken op minstens 1000 euro, maar voor veelvuldig vouwen is dit de beste keuze.

Elektrische plooifiets

De elektrische vouwfiets heeft langs de pluszijde heel wat rijcomfort in te brengen, maar het meergewicht is een stevig nadeel voor wie hem elke dag de trappen van Brussel-Zuid op moet sleuren. De batterij maakt hem onhandig en zwaar. Daar zijn ook de fietsproducenten zich van bewust, want de rush naar een lichtere elektrische plooifiets is duidelijk ingezet. Van 20 kilogram voorheen zakt het gewicht naar 16 kilo en minder, wat al een heel verschil maakt. Het Britse Gocycle wil zo een gooi doen naar de titel van ultieme e-vouwfiets, al stelt het daar wel het erg fikse prijskaartje van 2799 euro tegenover. De Ahooga haalt nog betere cijfers: een gewicht van 10 kilogram en een vanafprijs van 2099 euro.

Je fietst het hele traject

Elektrische fiets

Wie zijn hele woon-werktraject wil fietsen, is beter af met een volwaardige elektrische fiets. Voor afstanden tot 25 kilometer opteer je het best voor een gewone elektrische fiets, ook wel een pedelec. Die is goedkoper dan de speed pedelec en gemakkelijker te hanteren. Elektrische fietsen krijgen ondersteuning tot maximaal 25 km/u en de elektromotor mag alleen ‘duwen’ wanneer de fietser trapt. Bovendien is het vermogen beperkt tot 250 watt. De motoren worden steeds subtieler, met meer verschillen in de trapondersteuning, meer rijbereik en minder gewicht. Al kost de betere middenklasser nog steeds vlot 2500 euro.

Speed pedelec

Wie meer dan 25 kilometer naar het werk moet pendelen, kan beter voor de snellere speed pedelec opteren. Daarbij schommelt de prijs tussen 4000 en 6000 euro – de actieradius van de batterij beïnvloedt de prijs – maar je kunt anderzijds wel een auto uitsparen. Bovendien wordt het woon-werkverkeer nu wel terugbetaald in de vorm van een fietsvergoeding, wat voorheen niet het geval was voor een speed pedelec. In tegenstelling tot een elektrische fiets, staat hier geen beperking van 250 watt op de motorondersteuning. En mag hij ook boven de 25 km/u ondersteuning geven. Maar je hebt wel een rijbewijs A3 voor bromfietsen of een autorijbewijs B nodig, alsook een aparte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Speed pedelecs mogen op de rijbaan of op het fietspad wanneer de snelheid voor het autoverkeer beperkt is tot 50 km/u. Ligt de snelheidslimiet hoger, dan moeten ze op het fietspad.

Vorig artikelTe mijden/niet te missen bestemmingen
Volgend artikelIn Vervoering: Austin Black Cab