Het verhaal van Jaguar start in 1922 bij de Swallow Side Car Company. Daarna volgt een boeiende geschiedenis met autosport als rode draad.

Zijspan

In de jaren 20 raken de upper middle class en de upper class in Groot-Brittannië in de ban van het motor- en autorijden. Sir William Lyons speelt daarop in en ontwikkelt speciaal voor motoren de Swallow-zijspan, die gedeeltelijk uit aluminium vervaardigd is en zich qua aerodynamica laat inspireren door de zeppelin.

SS Jaguar

Vanaf de late jaren 20 bouwt het bedrijf speciale lichtgewicht koetswerken voor auto’s op basis van vooral de eenvoudige Austin Seven en Morris Minor. Er volgen ook opdrachten van onder meer Wolseley en zelfs Fiat. Uiteindelijk ontstaat een hechte samenwerking met de Standard Motor Company en dat leidt in 1936 tot de SS Jaguar, een sportwagen met de flair van een Alfa of een BMW maar tegen een relatief betaalbare prijs. De ‘Jag’ kost een kwart minder dan zijn continentale concurrenten.

Een volwaardige merknaam

Na de Tweede Wereldoorlog heeft SS een kwalijke connotatie, en de lettercombinatie verdwijnt dan ook stilzwijgend. Dit leidt tot de oprichting van de Jaguar Motor Company. Voor het eerst wordt Jaguar een volwaardige merknaam. Een eerste ‘nieuwe’ naoorlogse auto is deze vierdeurs met opvallende, grote Lucas-koplampen en een zes-in-lijn van 105 pk onder de lange motorkap.

Sensatie en snelheid

In 1948 zorgt Jaguar voor sensatie op het autosalon van London met de XK120 met zijn intussen klassieke glooiende lijnen en de nieuwe XK-motor. Om de waarde van de XK120 te bewijzen, wordt een snelheidsrecord voor productiewagens gevestigd op de snelweg tussen Oostende en Jabbeke. De XK 120 haalt er een top van net iets meer dan 213 km/u. In 1953 doet de testpiloot Norman Dewis nog beter met maar liefst 276 km/u.

Jaguar XK120

Sterker, beter, groter

In de jaren 50 evolueert de XK120 tot de XK140 en uiteindelijk de XK150. De motor wordt krachtiger, de ophanging comfortabeler en het koetswerk breder om meer zitruimte te creëren.

Autosport

Jaguar maakt naam en faam in de jaren 50, niet in het minst door zijn successen in de autosport. Het merk uit Coventry wint de 24 Uren van Le Mans, eerst in 1951 en 1953 (C-Type) en dan in 1955, 1956 en 1957 (D-Type). Het geheim van de Jaguars zit niet zozeer in de kracht van de motor, maar in het lichtgewicht koetswerk, de uitzonderlijke stroomlijn en het gebruik van 4 Dunlop-schijfremmen.

Prototype crasht op circuit

In de jaren 60 wil Jaguar zijn succes op het circuit nieuw leven inblazen met deze XJ13 uit 1966. Maar de plannen kelderen. Jaguar verliest immers zijn onafhankelijkheid en in 1971 crasht het prototype door een klapband. Ondertussen is de unieke XJ13 wel gerestaureerd.

Iconische sedan

Jaguar bouwt niet enkel sportwagens en racewagens, maar ook sedans. De meest iconische is ongetwijfeld de MKII, die 12 jaar geleden opnieuw bekend is geraakt door de tv-reeks ‘Inspector Morse’. De wendbare en snelle MKII wordt in de jaren 60 vaak omschreven als de perfecte vluchtauto voor gangsters.

Jaguar MK2

Met de complimenten van Ferrari

De mooiste van alle Jaguars is ongetwijfeld de E-Type, die hier door William Lyons zelf wordt voorgesteld naar aanleiding van het autosalon van Genève in 1961. De motorkap – met daaronder de fameuze XK-motor – wentelt in één geheel met de spatborden naar voor. Zelfs Enzo Ferrari uit zijn lof. Hij begrijpt niet waarom de Jaguar maar een fractie van zijn eigen sportwagens kost.

Jaguar E-Type

De E-Type is verkrijgbaar als Coupé en Roadster. Doorheen de tijd wordt de motor krachtiger. Uiteindelijk volgt er in 1971 een versie met een V12-motor en verlengde wielbasis om achterin twee noodzitjes te creëren.

De inspirerende XJ

Jaguar maakt in 1968 ook indruk met de XJ, die alom wordt geprezen voor zijn raffinement. De auto is stil, snel en bijzonder comfortabel. Het design van de XJ blijft Jaguar inspireren tot in de 21ste eeuw.

Winnaars

In de periode dat Jaguar deel uitmaakt van British Leyland (1968-1984) beleeft het een moeilijke periode met betrouwbaarheidsproblemen. Jaguar wordt in 1984 weer onafhankelijk en heeft de moeilijke taak om zijn imago opnieuw op te krikken. Dat gebeurt onder het leiderschap van John Egan. Eén van zijn strategieën is om Jaguars weer te laten deelnemen aan de autosport. Met succes. Met de XJS wint Jaguar in 1984 het toerwagenkampioenschap en de 24 Uren van Francorchamps. In 1988 en 1990 haalt Jaguar goud op de 24 Uren van Le Mans.

Unieke verrassing

John Egan gebruikt de XJ220 ook voor een rondje blufpoker. Hij stelt hem als verrassing voor tijdens het autosalon van Birmingham (1988) en maakt zo indruk op de nieuwe overnemer Ford. De centraal geplaatste V12-motor drijft de vier wielen aan. Uiteindelijk komt er een vereenvoudigde productieversie met V6-motor en achterwielaandrijving. Er worden in totaal slechts 280 exemplaren gebouwd.

Daar komen de SUV’s

Jaguar heeft een volledig nieuw gamma. De F-Pace (rechts) is de eerste SUV. De nieuwe XE en XF (links) positioneren zich onder de XJ (achtergrond). De E-Pace wordt de tweede SUV van Jaguar. Vanaf 2008 maakt Jaguar samen met Land Rover deel uit van de Indische Tata-groep.

Jaguar gaat elektrisch

Jaguar verrast met de I-Pace, een volledig elektrische auto die thuishoort in de prijscategorie van de Tesla Model S. Met de I-Pace is Jaguar het eerste Europese premiummerk dat een elektrische auto op de markt brengt.

Lees nog meer historieken

Ben je een autoliefhebber? Dan ben je vast ook geïnteresseerd in de geschiedenis van andere merken. Lees hier meer de historiek van deze merken: CitroënVolkswagenRenaultPeugeotAudiSkodaVolvoSeatMiniOpelAlfa RomeoToyotaFordHyundaiBMWMazdaSuzukiMitsubishiLand RoverMercedes-Benz, Nissan.

Vorig artikelDe mooiste wandelroutes van Europa
Volgend artikel8 onmisbare stops in de Algarve