Benzinewagens hebben de reputatie om meer te verbruiken dan diesels. Moderne benzinemotoren blijven echter vaak onder de 6 liter.
Kleine benzinewagens blijven onder de 6 liter
VAB organiseert jaarlijks de VAB-Gezinswagenverkiezing. In het deelnemersveld, waarbij constructeurs vaak kiezen om het model in te schrijven dat het meest verkocht wordt, duiken steeds meer benzinevoertuigen op: dit jaar is 93% van de deelnemers in de categorie ‘grote gezinswagens (tot € 29.500)’ een benzinewagen. Vijf jaar geleden was dat slechts 7%. In de categorie ‘kleine gezinswagens’ is zelfs elke auto een benzine. Aan de pomp neemt het verschil tussen diesel en benzine af: dat bedraagt nu vaak nog slechts 5 eurocent. Benzinewagens worden ook steeds zuiniger: in 2010 verbruikten benzinewagens gemiddeld 7,7 liter per 100 km, in 2017 was dat 6,5 liter. De zuinigste wagen in de test in 2017, de Volkswagen Polo, verbruikt zelfs slechts 5,2 liter. Dat is reëel gemeten testverbruik, dus niet wat de constructeur zelf aangeeft.
En grote gezinswagens en SUV’s?
Gezinnen die een grotere auto nodig hebben, kunnen evenwel ook kiezen voor een auto die minder dan 6 liter verbruikt: de Volkswagen Golf 1.0 TSI (DSG automaat) komt toe met 5,6 liter per 100 km en de Audi A3 Sportback met 5,8 liter. Dat zijn auto’s met een 1.0 benzinemotor en 110 pk. De wagens met een grotere motor en meer pk’s verbruiken meer. Maar ook daar kun je het verbruik beperken tot 7 liter als je oplet. Uit het gemeten verbruik van de kleine en grote gezinswagens die deelnemen aan de VAB-Gezinswagenverkiezing blijkt dat SUV’s gemiddeld 8% meer verbruiken. Vooral bij de categorie tot € 19.000 is het verschil groot: hier verbruiken SUV’s 12% meer. In deze categorie hebben we slechts één deelnemer die minder dan 6 liter verbruikt: de Peugeot 2008. Bij de grote SUV’s is er geen enkele deelnemer die minder dan 6 liter verbruikt. Bij grote SUV’s hoef je niet noodzakelijk een kleinere motor te kopen om zuinig te rijden. Dat komt doordat deze auto’s meer wegen en dus ook meer kracht en meer cilinderinhoud nodig hebben om goed te presteren. Een goed voorbeeld hiervan is de Mazda CX-5, die met een 2.0 benzinemotor en 160 pk minder verbruikt dan andere deelnemers in dit segment met 1.2 motoren.
Sportieve rijstijl nefast voor verbruik
Wie een sportieve rijstijl heeft, jaagt met een benzinewagen z’n verbruik sterk de hoogte in. Met een benzinevoertuig heb je nog meer baat bij ecorijden dan met een diesel. Wie de principes van ecorijden toepast, kan bij een dieselwagen 1 liter per 100 km besparen, terwijl dat bij een benzinewagen gemakkelijk kan oplopen tot 2 à 3 liter. Dat komt doordat het ideale toerental om bij te schakelen vaak hoger ligt bij een benzinewagen. Een dieselwagen ontwikkelt meer kracht bij lage toerentallen. Bij hoge toerentallen verbruik je meer brandstof. Wie tijdig schakelt met een benzinewagen kan daardoor veel meer winst halen op het brandstofverbruik. Het ideale toerental om bij te schakelen verschilt van type motor. Als je over een schakelindicator beschikt, dan is het al een heel goede tip om die te volgen. Omdat moderne benzinewagens met een automatische versnellingsbak steeds op het correcte moment van versnelling wisselen, zijn deze tegenwoordig vaak zuiniger. De zuinigste benzinewagen in de categorie ‘grote gezinswagens (tot € 29.500)’, de Volkswagen Golf, is daarvan een goed voorbeeld. De extra kosten bij de aankoop van een automaat zijn ongeveer € 2.000.
Moet iedereen aan de benzine voor VAB?
Zeker niet. VAB vindt dat elke consument mag kiezen voor de brandstof of aandrijvingsvorm die hem het beste past. Wat VAB wijst de consument er wél op dat kiezen voor diesel financieel vaak niet meer de interessantste keuze is. Dieselwagens zijn duurder in aankoop, en ook de BIV en jaarlijkse taksen zijn duurder. Het minderverbruik van dieselwagens heft dat financiële nadeel vaak niet op voor mensen die minder dan 25.000 of zelfs 30.000 km per jaar rijden. Zeker niet nu de prijzen van diesel en benzine aan de pomp steeds meer naar mekaar toe groeien.
