Toscane

Beeld je even in: alles wat je op vakantie nodig hebt in een straal van enkele honderden meters. En toch heb je op geen enkel moment het gevoel in een vakantiepark te zitten. Welkom in het idyllische Castelfalfi.

Een glooiend landschap in ontelbaar tinten groen, bochtige baantjes en rijen cipressen, hier en daar een terracotta landhuis in de ondergaande zon. Toscane op z’n best. Ik draai het raampje van m’n Fiat 500 open en laat de geur van bloemen en naaldbomen binnenwaaien. De weg richting Castelfalfi doet smachten naar meer. Dat heb je dan met deze Italiaanse regio. Of het nu de eerste of de tiende keer is, je valt er iedere keer opnieuw als een blok voor.

De zon zet haar weg neerwaarts gestaag verder wanneer we aankomen in Hotel Il Castelfalfi. Net op tijd voor het avondmaal. Mijn adem stokt voor een moment wanneer ik uit het brede venster naar buiten kijk. Dat uitzicht! Eén van de mooiste die ik al zag, alsof iemand een olieverfschilderij achter het glas heeft gekleefd. Tijdens het diner kijk ik nog enkele keren achterom, m’n ogen niet gelovend.

Hergeboorte van een dorp

Het domein van Castelfalfi lijkt zich eindeloos uit te strekken. In de jaren zestig liep het middeleeuwse dorpje tussen Firenze en Volterra gaandeweg leeg en werd het aan zijn lot overgelaten. Tot TUI het domein opkocht en renoveerde tot het charmante oord dat het ooit was. In de dorpsstraat werden achtenveertig appartementen opgeknapt als vakantieverblijf. Die herken je aan de bruine deuren. De huizen met een groene deur behoren nog toe aan enkele locals of medewerkers van het resort. Er openden ook elf winkels en twee restaurants, La Rocca en Il Rosmarino.

De heuvels rondom bieden meer dan duizend hectare aan grond en huisvesten olijf- en wijngaarden, een natuurgebied voor wildlife, meren en rivieren, maar ook uitgestrekte golfterreinen. Zevenentwintig holes, voor de liefhebbers. Het hotel organiseert geen klassieke animatie, wel yogalessen, wijnproeverijen en kooklessen. Je hoort het al, verveling is hier niet aan de orde.

De beste pasta maak je zelf

Aan het einde van het dorp, op de heuvel, troont een middeleeuws kasteel. Wie niet in het hotel logeert, moet beslist hier zijn voor dat adembenemende panorama. Ik kijk uit over het wiegende gebied, met in de verte Volterra hoog op een heuvel. Het kasteel biedt sinds enkele jaren een thuis aan restaurant La Rocca, geliefd om zijn klassieke maar verfijnde keuken, met een duidelijk oog voor detail.

Wij zijn hier voor een kookles bij de Rosso Toscano Cooking School. Chef Francesco Ferretti zal ons de perfecte ravioli met ricotta en spinazie in een sausje van boter en salie leren bereiden. Het pastadeeg wordt gekneed en uitgerold. De verse spinazie gekookt en uitgeknepen. Een schep ricotta, goed wat parmezaan en een snuifje nootmuskaat vormen de vulling. In de pan smelten we een heuse homp boter en fijngesneden salie. De afwerking gebeurt met een krokantje van parmezaan. Buon appetito!

Toscane in een glas

Zelfvoorzienend ben je in Italië pas als je je eigen wijn maakt. Zo gezegd, zo gedaan. De 25 hectare aan wijngaard rondom het domein is goed voor de productie van vijf rode wijnen en één witte, stuk voor stuk biologisch. Antonio laat ons zijn pareltjes proeven. “Sluit je ogen en stel je een situatie voor waarin deze wijn voor jou zou passen.” Subtiel draait hij met zijn glas om alle aroma’s te bevrijden. Eerst de witte, dan de rode, van licht naar zwaar, met de prijs mee.

De witte vermentino, Poggio I Soli, kregen we al meermaals uitgeschonken in het restaurant van het hotel. Ik herken de fruitige toetsen van perzik en ananas. Wie de avond voordien aan tafel rood vroeg, kreeg de vrij lichte San Piero 2015 in het glas, een mix van merlot met sangiovese. Antonio wijst ons op de fijne smaak van blauwe bes. Voor wie de echte ‘smaak van Toscane’ wil ervaren, is er de Toggio alla Fame van 100% sangiovese druiven. Niet voor niets de topwijn van Castelfalfi. Oh ja, een voorraadje bestellen doe je simpelweg aan de balie van het hotel. Kwestie van een stukje Toscane mee naar huis te nemen.

Een uitstapje waard!

San Gimignano

Een topper onder toeristen. Het middeleeuwse ommuurde stadje staat vooral bekend om de vele torens die de skyline vormen. San Gimignano lag vroeger op de pelgrimsroute naar Rome, waardoor de stad erg welvarend was. Nu behoort het tot de lijst van Unesco-werelderfgoed, omdat het middeleeuwse karakter zo goed werd bewaard. Ga terug in de tijd in het ‘Manhattan van de middeleeuwen’. Vanop de stadsmuren en Rocca di Montestaffoli kijk je mijlenver uit over het Toscaanse landschap.

Volterra

Hoog op een heuvel gelegen is het charmante Volterra niet te missen. Het stadje werd gesticht door de Etrusken. Dat later de Romeinen kwamen, bewijzen de restanten van het amfitheater dat tegen de helling werd gebouwd en pas in de jaren vijftig weer werd opgegraven. Ook indrukwekkend is het Palazzo dei Priori, één van de oudste paleizen in Toscane, en het Fortezza Medicea, een fort dat vandaag de dag als gevangenis wordt gebruikt.

Firenze

Hoewel jammer genoeg alle toeristen het weten, blijft Firenze enorm de moeite. Dit zijn onze favoriete adresjes in de hoofdstad van Toscane.

Toscane praktisch

Verblijf Vijfsterrenhotel Il Castelfalfi valt onder het luxelabel Blue Selection van TUI.

Erheen Je vliegt rechtstreeks met TUIfly naar Firenze vanuit de luchthaven van Antwerpen (Deurne) of Brussel.

Huurauto Vlieg je naar Toscane, dan huur je het best een auto ter plaatse. Wij kozen voor Sunny Cars, dat bekendstaat om zijn all-in formule. Bovendien kun je in geval van nood steeds terecht bij een 24/7 Nederlandstalig nummer.

Goed verzekerd Geniet zorgeloos in het prachtige Toscane met een VAB-Reisbijstand, vanaf € 88 per jaar of € 111 voor het hele gezin. Graag ook bijstand voor je wagen in heel Europa? Met het VAB-Bijstandspakket combineer je beide vanaf € 216 per jaar of € 240 voor het hele gezin.

Vorig artikelWij ergeren ons het meest aan… middenvakrijders!
Volgend artikelFoutief afgestelde koplampen verblinden tegenliggers