Ze maken ons het leven gemakkelijker. Maar hoe werken de meest voorkomende rijhulpsystemen eigenlijk?
noodstop- of noodremsysteem
Met een noodstop- of noodremsysteem remt de auto automatisch af zodra hij te dicht in de buurt van een andere auto komt. Als de chauffeur te laat reageert en ergens tegenaan dreigt te rijden en geen uitwijkmanoeuvre uitvoert, dan wordt een noodrem geactiveerd om de impactsnelheid te verlagen en de gevolgen van het ongeval te beperken.
dodehoekassistent
De dodehoekassistent brengt je op de hoogte wanneer er iets zich in de dodehoek van je auto bevindt. Er weerklinkt een waarschuwingssignaal of er gaat een lichtje branden bij potentieel gevaar.
Rijstrookondersteuning
Rijstrookondersteuning geeft een melding als je je rijstrook verlaat of afwijkt van je rijbaan zonder dat je je richtingaanwijzers hebt gebruikt. Sommige systemen gaan zelfs ingrijpen en passen je rijrichting aan wanneer je afwijkt van je baanvak.
Adaptieve cruise control
Adaptieve cruise control past automatisch de snelheid van je wagen aan aan die van je voorligger, om zo een veilige afstand te bewaren. Adaptieve cruise control zal rustig afremmen op het ritme van de file. Na een stop moet de bestuurder het systeem meestal weer inschakelen. Omdat adaptieve cruise control bijna altijd wordt geleverd in combinatie met een noodstopsysteem – het maakt immers gebruik van dezelfde (radar-)sensoren – heeft het ook een noodstopfunctie.
